Accornero

Bartolomeo Accornero startte in de eerste helft van de 19e eeuw met zijn passie, het produceren van druiven. Hij had hiervoor een kleine wijngaard in het Monferrato gebergte in de Regio Piemonte. Tegen het einde van de 20e eeuw waren het Ermanno en Massimo, die een grote stap voorwaarts maakten door alleen te gaan voor de productie van de allerbeste druiven om de allermooiste wijnen te maken. Respect voor het land en de traditie stond hierbij heel hoog in het vaandel.

 

De wijngaarden van Accornero liggen in het gebied van de "Basso Monferrato". Het is het land van de Barbera en Grignolino. Het landschap van de Monferrato is overwegend heuvelachtig. De bodems dateren uit de Tertiaire periode, toen ze tevoorschijn kwamen uit de zee die de "Pianura Padana" (de Povlakte) bezette. De bodems bestaan uit zandsteen en kalksteen mergellagen uit het Mioceen tijdperk. Dit zijn de zogenaamde "Terre Bianche" (witte bodems) waar gemakkelijk fossiele schelpen te vinden zijn. De typische kalkhoudende zeebodem is licht van kleur, rijk aan calciumcarbonaat, arm aan organisch materiaal en minerale stoffen, droog in de zomer, en rijk aan slib, klei en kalksteen op een ondiepe ondergrond. De grond is geschikt voor de teelt van wijnstokken die zorgen voor volle, kleurrijke wijnen met een volle body. Het land is geschikt voor de teelt van wijnstokken die zorgen voor volle, rijke, gekleurde wijnen met een lang verouderingspotentieel. Door de eeuwen heen zijn er zeer kleine kelders, "infernot" genaamd, met de hand gegraven in die mergelbodems om de beste selectie van gebottelde wijnen op de juiste temperatuur op te slaan. Ze zijn nu erkend door Unesco als werelderfgoed.

 

Totaal heeft Accornero zo'n 25 ha aan wijngaarden in de gebied. De werkzaamheden in de wijngaarden, zoals het snoeien en heet oogsten van de druiven geschieden volledig met de hand. De wijnen worden uitsluitend gemaakt van de druiven komend van de eigen wijngaarden.